Gescheiden ouders, wat nu?!

Als je ouders gaan scheiden, moeten ze veel dingen regelen. Ze moeten bijvoorbeeld afspreken wie in het huis blijft wonen, of dat het huis wordt verkocht. Ook maken ze afspraken over wanneer jij bij welke ouder bent en hoe ze de vakanties verdelen.

Vaak regelen je ouders dit samen, maar soms worden ze hierbij geholpen. Ze krijgen bijvoorbeeld hulp van een advocaat. En soms beslist een rechter wat er gaat gebeuren.

Voor jou verandert er veel en dat kan soms best moeilijk zijn. Je moet wennen aan nieuwe dingen en je kunt veel verschillende gevoelens hebben. Je kunt verdrietig zijn, boos zijn, je schuldig voelen of opgelucht zijn. Soms voel je zelfs meer dingen tegelijk.

Het is belangrijk om te weten dat je niet de enige bent die dit meemaakt. Het is oké om erover te praten en om hulp te vragen als je dat nodig hebt.

1. Praat erover! Vertel aan je ouders hoe je je voelt en wat je nodig hebt.
2. Zoek hulp! Praat met vrienden, familieleden of iemand anders die je vertrouwt. Je kunt ook chatten met een Online-Buddy van Villa Pinedo: App met een buddy | Villa Pinedo
3. Kijk naar wat goed gaat! Probeer te letten op de dingen die goed gaan en die hetzelfde blijven. Kijk ook naar fijne veranderingen, zoals dat één van je ouders in hetzelfde huis blijft wonen. Of dat jij op dezelfde school of sportclub kan blijven.
4. Stel vragen! Vraag je ouders om uitleg als je iets niet snapt over de veranderingen. Vertel ook wat jij fijn vindt of graag zou willen.

Het kan moeilijk zijn om te wennen aan alle veranderingen na de scheiding. Misschien zie je één van je ouders minder dan vroeger. Of je moet verhuizen en naar een andere school gaan.

Het is belangrijk om hierover te praten met je ouders of met iemand anders die je vertrouwt. Praten helpt je om je gevoelens te vertellen. En zo hoef je ze niet alleen van binnen te houden.

Praten helpt je ook om beter te begrijpen wat jij nodig hebt om te wennen aan de nieuwe situatie. Misschien heb je meer tijd nodig tussen grote veranderingen. Of helpt het om te letten op dingen die hetzelfde blijven.

Als je weet wat jij nodig hebt, kun je dat beter zeggen tegen je ouders. Dan kunnen zij rekening houden met wat jij fijn vindt.

Met iemand praten over de scheiding van je ouders kan helpen. Je voelt je dan minder alleen en het kan je rustig maken. Het is fijn om te praten met een neutraal iemand die je vertrouwt. Iemand die niet kiest voor één van je ouders, maar echt naar jou luistert. Dat kan een goede vriend of vriendin zijn, een juf of meester, de moeder van je beste vriend(in), of iemand anders die jij fijn vindt.

Als je niemand in je buurt hebt om mee te praten, kan je ook praten met een Online-Buddy van Villa Pinedo. Dat kan via de speciale Villa Pinedo - Buddy app. Een Online-Buddy is iets ouder dan jij (tussen de 18 en 30 jaar) en heeft ook gescheiden ouders. Ze begrijpen dus precies wat jij meemaakt en luisteren graag naar je. Ze hebben ook veel tips uit hun eigen ervaring. Hier lees je meer over een Buddy.

Ouders kunnen om veel verschillende redenen uit elkaar gaan. Het is belangrijk om te weten dat de scheiding nooit door jou komt. Het is een beslissing van je ouders. Het ligt dus niet aan jou en is niet jouw schuld.

Veel kinderen hopen (stiekem) dat hun ouders misschien weer bij elkaar komen. Maar in veel gevallen gebeurt dit niet. Als het voor jou niet duidelijk is, kan je het aan je ouders vragen. Je kunt er ook met hen over praten.

Je kunt het ook bespreken met iemand die je vertrouwt en die jouw ouders kent. Dat kan helpen om alles duidelijker te maken.

Als je je vrienden wilt vertellen dat je ouders uit elkaar gaan, kan je hieraan denken:

1. Kies een goed moment voor jou. Vertel het op een rustig moment. Denk ook na over hoeveel mensen je het tegelijk wilt vertellen. Bijvoorbeeld aan iedereen tegelijk, aan een klein groepje, of aan 1 persoon. Kies wat jij fijn vindt.
2. Denk vooraf na over wat je wilt zeggen. Je kunt meteen vertellen dat je ouders uit elkaar gaan. Je kunt ook zeggen wat het met jou doet en hoe jij je voelt. Vertel alleen dingen die jij fijn vindt om te delen.
3. Zeg wat jij nodig hebt. Je kunt vragen of je vrienden er voor je willen zijn. Bijvoorbeeld door soms te vragen hoe het met je gaat en naar je te luisteren. Of door leuke dingen met je te doen, zodat je even afleiding hebt. Je kunt bijvoorbeeld zeggen: “Ik vind het fijn als jullie er voor me zijn en soms naar me willen luisteren als ik het moeilijk heb.”
4. Bereid je voor op hun reactie. Je vrienden kunnen het verdrietig voor je vinden. Ze kunnen ook vragen hebben over de situatie of over hoe ze je kunnen helpen. Denk van tevoren na over wat jij fijn vindt en zeg dat daarna duidelijk.
5. Geef je grenzen aan. Het is helemaal oké als je niet wilt doorpraten. Of als je niet alles wilt vertellen. Zeg duidelijk wat jouw grenzen zijn.

Als je ouders uit elkaar gaan, moeten ze veel dingen regelen. Ze moeten bijvoorbeeld kiezen wie in het huis blijft wonen. Soms wordt het huis verkocht. Dan gaan je ouders allebei in een nieuw huis wonen. Ook maken ze afspraken over wanneer jij bij je vader bent en wanneer jij bij je moeder bent. Dit heet een omgangsregeling.

Als je ouders getrouwd waren en gaan scheiden, krijg je vanaf 8 jaar een brief van de rechtbank. In deze brief vraagt de rechter of je wilt komen praten over de scheiding. Dit heet het hoorrecht.

In het gesprek met de rechter mag jij vertellen wat jij van de scheiding vindt. De rechter luistert naar jouw mening. De rechter gebruikt jouw mening bij het maken van een besluit. Maar de rechter beslist zelf wat er gebeurt.

Op onze speciale pagina over jouw rechten kun je meer lezen over het hoorrecht en wat je kunt verwachten.

Je hoeft tot je 18e nooit te kiezen bij welke ouder je wilt wonen, als je dat niet wilt. Je mag natuurlijk wel meedenken en zeggen wat jij fijn vindt. Sommige kinderen vinden het fijn als hun ouders dit voor hen beslissen. Andere kinderen willen juist graag zelf bedenken hoe hun week eruitziet.

Als je niet goed weet wat jij wilt, is het fijn om met iemand te praten die met je mee kan denken. Het kan helpen om met iemand anders te praten dan je ouders. Het is belangrijk dat je ouders naar jou luisteren. Als ze dat niet doen, of te weinig, mag je hulp vragen aan iemand in jouw omgeving.

Hoe vaak je jouw ouders ziet en hoe jouw week eruitziet, spreken je ouders samen af in het ouderschapsplan. Als ze dit plan maken, moeten ze aan jou vragen wat jij fijn vindt. Zo kunnen jullie samen een regeling maken die voor iedereen goed voelt. Voor sommige kinderen betekent dit dat ze de ene ouder wat minder zien dan de andere.

Je mag altijd tegen je ouders zeggen als je iets wilt veranderen aan de afspraken. Bijvoorbeeld als je ouder wordt en je leven anders wordt.

Als je ouders gaan scheiden, willen ze graag dat jij goed wordt verzorgd en dat jij je fijn voelt. Daarom maken ze samen een plan met afspraken over hoe ze voor jou zorgen. Dit heet een ouderschapsplan. In het ouderschapsplan staat bijvoorbeeld wanneer jij bij welke ouder bent, wie jou naar school brengt en ophaalt, en hoe je ouders samen beslissen over belangrijke dingen die over jou gaan. Wat in het ouderschapsplan staat, kunnen je ouders samen met jou altijd veranderen als dat nodig is.

Kom je nog meer moeilijke woorden tegen en wil je weten wat ze betekenen? Kijk dan in het scheidwoordenboek!

Het kan zijn dat je één van je ouders minder ziet of juist meer. Soms wil je een tijd een ouder helemaal niet zien. Misschien wil je ook een andere omgangsregeling, omdat je het nu niet fijn vindt.

Elk kind heeft recht op contact met beide ouders. Maar dat betekent niet dat je moet praten of afspreken als jij dat niet wilt. Je mag altijd zeggen dat je iets anders wilt. Je hebt het recht om te zeggen wat jij fijn vindt, en je ouders moeten naar je luisteren.

Wat kun je doen?

1. Praat erover met iemand die je vertrouwt. Die persoon kan je helpen om aan je ouders te vertellen wat jij wilt. Denk aan een opa, oma, leraar of psycholoog (als je die hebt). Als je eerst met iemand praat, begrijp je zelf beter waarom je iets wilt. Dan kun je het ook beter uitleggen aan je ouders.
2. Vertel het aan je ouders. Het kan moeilijk zijn om te zeggen wat je wilt. Misschien voel je je schuldig of verdrietig. Maar je mag altijd zeggen wat jij fijn vindt. Dat is jouw recht. Als je het vertelt, kunnen jullie er samen over praten.
3. Schrijf een brief. Als je het lastig vindt om het te zeggen tegen je ouders (logisch!), kun je ook een brief schrijven. Daarin kan je opschrijven wat jouw wens is.

Je kunt de brief ook naar de kinderrechter sturen. Op deze site lees je meer over wat je in de brief kunt zetten en waar je hem naartoe kunt sturen.